Dit zilveren Ei is wit geëmailleerd met aan de voor en achterkant een rood kruis, het kruis aan de voorkant met de datum "1914" en het rode kruis aan de achterkant met de datum "1915". Een Russische inscriptie in gestileerde gouden letters die als een rand om het Ei zijn geëmailleerd, luidt "Geen groter liefde heeft de mens dan deze, dat hij zijn leven kan geven voor zijn kameraden". bovenop het Ei in zilver het monogram van de Dowager Empress Maria en op de bodem een rozetje met zes bloemblaadjes.

De surprise van dit Ei bestaat uit een opvouwbaar schermpje met vijf ovale miniatuur portretjes die zijn geschilderd door Vasilii Zuiev. De portretjes stellen van links naar rechts de volgende personen voor; Groothertogin Olga Alexandrovna, de zus van de Tsaar, Groothertogin Olga Nicolaievna, zijn oudste dochter, Tsarina Alexandra Feodorovna, Groothertogin Tatiana Nicolaievna, de tweede dochter van de Tsaar en Groothertogin Marie Pavlovna, een nicht van de Tsaar.

Alle vijf dragen zij het uniform van het Rode Kruis, dat ook boven elk portretje terugkomt. Elk miniatuurtje is aan de achterkant afgewerkt met parelmoer en voorzien van het monogram van de persoon die aan de voorkant staat afgebeeld.

Het Red Cross Egg eert Maria Feodorovna en haar betrokkenheid bij het Rode Kruis. Eerst als Tsarina tijdens de Russisch Turkse Oorlog van 1877 en later als president van deze organisatie vanaf het begin van haar regeringsperiode tot aan de val van de Romanovs.

Bij het begin van het uitbreken van de Tweede Wereld Oorlog in 1914 begonnen de moeilijkheden die voor de Romanovs op de loer lagen, langzaam door te dringen in hun beschermde leventjes. In antwoord op het lijden van hun volk en in een poging een beeld van patriottisme en betrokkenheid te scheppen, stortten Alexandra en haar twee oudste dochters zich vol overgave in een verpleegstersopleiding en werden de paleizen omgevormd tot noodziekenhuizen om het alsmaar toenemende aantal gewonden te kunnen verzorgen. De Tsaar bracht meer en meer tijd door aan het front met zijn legers. Alexandra schreef haar echtgenoot aan het front dagelijks:

25 november 1915: "Tijdens een operatie is een soldaat gestorven. Olga en Tatiana hielden zich goed, geen van beiden verloor het hoofd en de meisjes waren dapper. Zij hadden de dood nog niet eerder gezien. Maar hij stierf binnen een minuut. Hoe dichtbij is de dood altijd".

In die dagen was de hoop nog levend dat Rusland goed uit de oorlog zou komen en aan Fabergé werd gevraagd om door te gaan met de traditie van de Imperial Easter Eggs. Om tegemoet te komen aan de bedrukte stemming in het land ook de inspanningen van de Keizerlijke familie goed uit te laten komen, was Fabergé zo wijs om de teneur van de Paaseieren dat jaar daaraan aan te passen.

Hieronder een foto van Alexandra en de Groothertoginnen in hun verpleegsters uniformen.

In 1930 was het Red Cross Portraits Egg een van de tien Imperial Eggs verkocht door het Antikvariat aan de Hammer Galleries in New York. 1933 Gekocht door Lillian Thomas Pratt. 1947 Collectie wijlen Lillian Thomas Pratt, per testament vermaakt aan het Virginia Museum of fine Arts, Richmond, United States.